X is eigenaar van een stuk grond. Rechtbank Breda oordeelt dat de gemeente bij de waardering van de grond terecht rekening heeft gehouden met de toekomstige alternatieve gebruiksmogelijkheden zoals tuinuitbreiding of parkeervoorziening voor omliggende woningen. De rechtbank verlaagt de waarde omdat onvoldoende rekening is gehouden met de kosten die deze alternatieven met zich meebrengen evenals de onzekerheid of de alternatieven wel gerealiseerd kunnen worden.

X is eigenaar van een onroerende zaak die bestaat uit twee kadastrale percelen grond (848 m²) met een eenvoudige en sterk verouderde opstal. De grond is volledig omsloten door (omliggende) bebouwing en enkel vanaf de openbare weg bereikbaar via een appartementsrecht in een aangrenzend appartementencomplex. Dit appartementsrecht betreft een ruimte in dat gebouw voorzien van een poort aan de wegzijde. De bestemming van de grond van X is wonen. De percelen samen hebben een driehoekige vorm. In geschil is de WOZ-waarde van de grond op de peildatum 1 januari 2010.

Rechtbank Breda oordeelt dat de gemeente bij de waardering van de grond terecht rekening heeft gehouden met de toekomstige alternatieve gebruiksmogelijkheden zoals tuinuitbreiding of parkeervoorziening voor omliggende woningen. Bij het bepalen van de waarde is - uitgaande van de genoemde alternatieve gebruiksmogelijkheden - echter onvoldoende rekening gehouden met de uitgaven en moeite die het kost om de onroerende zaak in een nieuwe toestand te brengen. Daarnaast bestaat onvoldoende inzicht in de kans dat een bepaalde alternatieve gebruiksmogelijkheid kan worden gerealiseerd. De rechtbank verlaagt de waarde van € 97.000 naar € 50.000.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Breda

2

Gerelateerde artikelen