X is eigenaar van een pand in de gemeente Valkenburg aan de Geul. In geschil is een aanslag in de BIZ-bijdrage 2022. Door de overstroming van de rivier de Geul is het winkelpand zwaar beschadigd geraakt en kon dit gedurende langere tijd niet meer worden gebruikt. In januari 2022 waren de herstelwerkzaamheden voltooid, waarna X zijn winkelpand per 1 februari 2022 heeft verhuurd.
Rechtbank Limburg oordeelt dat op 1 januari 2022 toen X bezig was met het herstellen van zijn pand na de watersnood sprake was van gebruik voor de BIZ-heffing. Voor het opleggen van een BIZ-bijdrage moet sprake zijn van ‘gebruik’. De rechtbank is van oordeel dat in dit geval, waarin X op 1 januari 2022 doende was om zijn winkelpand te herstellen en gereed te maken voor verhuur en, gelet op de datum van verhuur, aannemelijk is dat die werkzaamheden op dat moment bijna waren voltooid, sprake is van ‘gebruik’. De rechtbank vindt het, gelet op de hoogte van de aanslag, het uitblijven van heffing over 2020 en 2021 en het gereedmaken van de onroerende zaak, niet onredelijk om eiser als gebruiker bij het begin van het kalenderjaar aan te merken en hem de aanslag BIZ-bijdrage voor het gehele jaar op te leggen. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de bedrijveninvesteringszones 1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Limburg
Editie: 16 mei