Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde van de woonboerderij niet op een te hoog bedrag is vastgesteld. Dat de WOZ-waarde bovengemiddeld is gestegen (14,5%) doet niet ter zake.

X is eigenaar van een twee-onder-één-kap woonboerderij uit 2004. X bepleit verlaging van de WOZ-waarde 2018 van € 469.000 naar € 400.000.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde van de woonboerderij niet op een te hoog bedrag is vastgesteld. Dat de WOZ-waarde bovengemiddeld is gestegen (14,5%) doet niet ter zake, omdat de WOZ-waarde wordt bepaald aan de hand van actuele verkoopcijfers van vergelijkbare objecten. De rechtbank acht de door de heffingsambtenaar gehanteerde referentieobjecten goed vergelijkbaar met de woning van X. Het uitzicht op het perceel van de achterburen is niet dusdanig slecht dat dit invloed heeft op de waarde. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 4 december

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen