De heer X is autohandelaar. Hij voert regelmatig auto's in, maar is officieel geen importeur van een merk. De auto's worden uitsluitend doorverkocht aan de handel. X mag per kalendermaand BPM-aangifte doen. In mei 2009 heeft X voor 22 auto's aangifte gedaan. Voor 20 auto's is een koerslijst gehanteerd en voor twee de afschrijvingstabel. X stelt dat de heffing op basis van CO2-uitstoot in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Andere vervuilers - zoals bedrijven - kunnen namelijk voor een relatief veel lager bedrag emissierechten kopen. Voorts stelt X dat gebruik van andere koerslijsten (ook die voor marge-auto's) tot een lagere heffing leidt.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat CO2-uitstotende bedrijven en auto's geen gelijke gevallen zijn. Voorts geven emissierechten een bedrijf het recht broeikasgassen - dus niet alleen CO2 - uit te stoten. Emissierechten zijn ook geen belasting. In die zin gaat de vergelijking dus ook niet op. Hoewel X zich in de beroepsfase op andere koerslijsten mag beroepen, maakt X niet aannemelijk dat de BPM in de aangifte onjuist is berekend. Bij de andere koerslijsten zijn namelijk onjuiste uitgangspunten gehanteerd. Bovendien blijkt het in één geval om een nieuwe auto te gaan. Aangezien X in totaal meer BPM is verschuldigd dan uit de aangifte blijkt, is zijn beroep ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 8 maart