De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft geantwoord op vragen van de Tweede Kamerleden Gesthuizen en Merkies (beiden SP) over belastingvoordelen voor Shell, Total en ENI in Nigeria. Zij stelt dat de wijze van bepaling en verantwoording van belastingfaciliteiten voor nationale en buitenlandse investeerders een aangelegenheid is van het land dat daarmee investeringen wil aanmoedigen. De Nigeriaanse overheid kan het best beoordelen of de opbrengsten uit de desbetreffende investeringen aan de verwachtingen voldoen.
Verder deelt ze mee dat de Nederlandse overheid geen ondersteuning geeft aan individuele Nederlandse bedrijven om een gunstige fiscale behandeling in ontwikkelingslanden te verkrijgen. Nederland zet er zich wel voor in dat Nederlandse bedrijven die in het buitenland investeren, zo goed mogelijk kunnen opereren op een gelijk speelveld. Nederland is niet actief betrokken geweest bij de totstandkoming van de gunstige fiscale behandeling van Shell in Nigeria.
De minister is verder van mening dat er reden is om te twijfelen aan de toegevoegde waarde van het gebruik van "tax holidays" als generiek instrument om buitenlandse investeringen aan te trekken. Onderzoeken naar "tax holidays" en andere "tax incentives" tonen in het algemeen sterk tegenvallende effecten op de totale omvang van buitenlandse investeringen in de onderzochte (arme) landen aan.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Buitenlandse Zaken
Editie: 8 maart