Belanghebbende, X bv, handelt vanaf 2011 in auto's. Zij voert regelmatig auto's in, maar is officieel geen importeur van een merk. De auto's worden uitsluitend doorverkocht aan de handel. De activiteiten van X bv werden voorheen uitgevoerd in een eenmanszaak op naam van de heer A. Zijn onderneming is met terugwerkende kracht geruisloos ingebracht in X bv. X mocht per maand BPM-aangifte doen. In geschil is of X bv op 23 maart 2012 terecht een (nieuwe) vergunning heeft gekregen. X bv stelt dat de vergunning van A automatisch op haar is overgegaan. Meer in het bijzonder is in geschil of de inspecteur terecht specifieke voorwaarden met betrekking tot de door X bv te hanteren (officiële) catalogusprijzen en de in verband daarmee te voeren administratie heeft opgelegd.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de Wet BPM 1992 met betrekking tot de geruisloze overgang van een onderneming geen specifieke bepalingen hoeft te hebben. Anders dan in de Wet IB 2001, is in de BPM geen faciliteit die maakt dat een onderneming bij inbreng in een bv geacht kan worden niet te zijn gestaakt. Aangezien X bv geen officiële importeur (type-goedkeuringhouder) is, mag de inspecteur op basis van de per 1 januari 2012 geldende wettekst de onderhavige voorwaarden stellen. Het beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 8 maart