Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat een deel van de BPM in strijd met het EU-recht is geheven. De BPM is mogelijk te hoog voor auto's waarvoor de CO2-uitstoot op een andere wijze werd gemeten dan bij de aangifte bij invoer. In goede justitie wordt die auto's de uitstoot met 6 gram per km verlaagd.

X bv doet BPM-aangifte voor een groot aantal auto's. Volgens X bv is ten aanzien van de auto’s met een datum eerste toelating van vóór 1 september 2017 te veel BPM afgedragen. Vanaf deze datum geldt namelijk een nieuwe CO2-meetmethode, wat leidt tot verschillende heffingsmodaliteiten voor binnenlandse en buitenlandse auto’s.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat een deel van de BPM in strijd met het EU-recht is geheven. De BPM is mogelijk te hoog voor auto's waarvoor de CO2-uitstoot op een andere wijze werd gemeten dan bij de aangifte bij invoer. In goede justitie wordt die uitstoot met 6 gram per km verlaagd (conform V-N 2021/48.2.5). Voor deze teruggaven volstaat het vergoeden van belastingrente op de voet van de AWR. Voor 66 auto's zijn de bezwaren ten onrechte ongegrond verklaard. Hiervoor krijgt X bv daarom aanvullende bezwaarkosten van € 3597 (66 x € 54,50). Voor de overige proceskostenvergoeding en immateriële schade wordt verwezen naar de 'koepeluitspraak' (19/3721) met betrekking tot alle circa 1000 BPM-zaken van haar gemachtigde. Hierin is één totale proceskostenvergoeding van € 8349 en één immateriële schadevergoeding van € 15.000 toegekend.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Algemene wet inzake rijksbelastingen 30ha

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 1 september

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen