Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X inwoner is van Nederland en dat zijn inkomen ter heffing is toegewezen aan Nederland.

X heeft de Nederlandse nationaliteit en heeft gedurende het jaar 2017 ingeschreven gestaan in Nederland en Groot-Brittannië. X is een deel van 2017 werkzaam als butler van een sjeik uit Qatar en reist derhalve af en toe af naar Qatar. De inspecteur betrekt zijn loon in de heffing voor de inkomstenbelasting en Zvw en legt een aanslag op. X is van oordeel dat hij ten tijde van zijn werkzaamheden als butler niet in Nederland woonde en het inkomen derhalve niet ter heffing is toegewezen aan Nederland.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X inwoner is van Nederland en dat zijn inkomen ter heffing is toegewezen aan Nederland. X heeft niet voldoende bewijs aangeleverd om aan te tonen dat hij gedurende het jaar 2017 geen inwoner was van Nederland voor de toepassing van het belastingverdrag. X slaagt derhalve niet in de op hem rustende bewijslast. Het inkomen is terecht in de heffing betrokken in Nederland.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 10 november

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen