Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur belanghebbendes verzoek om de compensatievergoeding van een ‘woekerpolis' onbelast te laten terecht heeft afgewezen.

X ontvangt lijfrente-uitkeringen. In 2013 ontvangt X een bruto compensatievergoeding van de verzekeraar van € 791. Hij ontvangt deze compensatievergoeding omdat het totaal van de door de verzekeraar in rekening gebrachte kosten hoger is dan de kosten die de verzekeraar maximaal in rekening mag brengen. De inspecteur belast de compensatievergoeding. Het hiertegen gerichte bezwaar verklaart de inspecteur niet-ontvankelijk vanwege overschrijding van de bezwaartermijn. In geschil is of de inspecteur het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Voorts is in geschil of de inspecteur X' verzoek om ambtshalve vermindering terecht heeft afgewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur het bezwaarschrift terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. X maakt niet aannemelijk dat hij het bezwaarschrift tijdig heeft ingediend. X' verzoek om ambtshalve vermindering wijst de rechtbank af. De inspecteur rekent het ontvangen bedrag terecht tot het belastbaar inkomen uit werk en woning. X' beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.100

Algemene wet bestuursrecht 6:9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 1 juni

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen