Rechtbank Gelderland oordeelt dat X geen btw-ondernemer is. Er zijn namelijk geen objectieve gegevens die de verklaring van X over de inbreng van de paarden, de eigendom van de paarden en de winstverdeling ondersteunen.
Belanghebbende, coöperatie X, is opgericht in 2015. B is de bestuurder van X. Haar man en hun dochter zijn, naast D en E, de leden van X. De activiteiten van X bestaan uit het adviseren, begeleiden en organiseren van (internationale) (ruiter) sportevenementen, het huren en/of aankopen van accommodaties van ruitersportevenementen en het opleiden en trainen van deelnemers aan de (ruiter)sport. X realiseert in de periode 2015 -2016 geen omzet, maar claimt over die periode wel circa € 65.000 aan btw-voorbelasting terug. X wordt in 2018 failliet verklaard. De inspecteur stelt dat X geen btw-ondernemer is omdat zij geen economische activiteiten verricht.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X geen btw-ondernemer is. Er zijn namelijk geen objectieve gegevens die de verklaring van X over de inbreng van de paarden, de eigendom van de paarden en de winstverdeling ondersteunen. Ook zijn er geen schriftelijke overeenkomsten tussen X en haar leden. Verder merkt de rechtbank nog op dat, gezien de verwevenheid van X met haar leden dusdanig is, dat het vermoeden gerechtvaardigd is dat de activiteiten en handelwijze van X uitsluitend haar leden in privé dienen.
Lees ook het thema De holding in de btw
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 7