Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de navorderingsaanslag in strijd is met het correctiebeleid omdat de € 450-grens niet is overschreden.

X trekt in 2013 € 1239 specifieke zorgkosten af. In 2017 corrigeert de inspecteur dit met een navorderingsaanslag van € 522 (inclusief € 63 belastingrente). Na bezwaar is de correctie nog € 1030, wat resulteert in een aanslag van € 434 (inclusief € 52 belastingrente).

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de aanslag in strijd is met het correctiebeleid omdat de € 450-grens niet is overschreden (zie HR 12 november 2021, 21/00184, V-N 2021/49.17). Het beroep van X is gegrond. X krijgt wegens het overschrijden van de redelijke termijn een immateriële schadevergoeding van € 2000, ondanks X voor de – inmiddels door haar ingetrokken – beroepszaak voor 2014 ook al een immateriële schadevergoeding heeft gehad. De zaken zijn namelijk niet samenhangend. Dit geldt eveneens voor de proceskostenvergoeding, die hierdoor uitkomt op € 1496.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 6 december

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen