Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het door X bv in 2016 ingevoerde omslagstelsel niet in strijd is met goedkoopmansgebruik. De door X bv gepassiveerde fiscale pensioenvoorziening is in 2016 terecht volledig vrijgevallen.

Belanghebbende, X bv, heeft een pensioen toegezegd aan B, haar bestuurder en enige werknemer. Per 1 januari 2016 staat een bedrag open van € 666.946 aan nog te verrekenen verliezen uit 2007. Deze verliezen zijn te verrekenen tot uiterlijk 1 januari 2017. X bv besluit om met ingang van 2016 over te gaan naar het ‘omslagstelsel.’ In de fiscale winst- en verliesrekening 2016 neemt zij daarom onder de personeelskosten een negatieve pensioenlast op van € 369.543. De inspecteur acht dit niet mogelijk en corrigeert de aangifte. In geschil is of X bv in 2016 het door haar tot dan toe gehanteerde pensioenstelsel mag wijzigen en mag overgaan op het omslagstelsel. Niet in geschil is dat met de overgang naar een ander waarderingsstelsel geen incidenteel fiscaal voordeel wordt beoogd.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het door X bv in 2016 ingevoerde omslagstelsel niet in strijd is met goedkoopmansgebruik. Bij het omslagstelsel is namelijk geen sprake is van een te passiveren pensioenverplichting. Het waarderingsvoorschrift van art. 3.29 Wet IB 2001 is daarom bij dit stelsel niet van toepassing. Bij het omslagstelsel blijft passivering van een pensioenverplichting achterwege. De betaalde pensioenpremies of pensioenuitkeringen worden ten laste van de winst gebracht van het jaar waarin de betaling of uitkering plaatsvindt. De door X bv gepassiveerde pensioenvoorziening is in 2016 terecht volledig vrijgevallen. Het gelijk is aan X bv.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.29

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 6 december

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen