Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de heer X geen intentie had tot vrijwillige verbetering van zijn eerdere btw-aangiften. Met het verzoek om teruggaaf is namelijk niet expliciet kenbaar gemaakt dat die aangiften onjuist waren. X beroept zich vergeefs op de inkeerregeling en wordt veroordeeld wegens fraude.

De heer X brengt jarenlang btw voor verhuur- en managementkosten in rekening aan één van zijn vennootschappen zonder deze btw op aangifte te voldoen. Zijn vennootschappen hebben door toedoen van X te weinig btw afgedragen. De faillissementen van X en zijn vennootschappen zijn inmiddels geëindigd door een crediteurenakkoord. Rechtbank Limburg veroordeelt X wegens btw-fraude tot een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, alsmede tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaren. X stelt in hoger beroep primair dat het OM niet-ontvankelijk is. Het alsnog uitbrengen door X van creditfacturen met betrekking tot de verhuur- en managementkosten en het daarmee samenhangende verzoek om een btw-teruggaaf zou namelijk een inkeerverzoek zijn.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X geen intentie had tot vrijwillige verbetering van zijn eerdere btw-aangiften. Met het verzoek om teruggaaf is namelijk niet expliciet kenbaar gemaakt dat die aangiften onjuist waren. X beroept zich dus vergeefs op de inkeerregeling. Door X na de sfeerovergang van fiscale controle naar opsporing geen cautie te geven, is sprake van een onherstelbaar vormverzuim. Aangezien het aldus verkregen resultaat niet tot bewijs dient, wordt volstaan met de constatering van het verzuim. Het gebruiken van Belastingdienst als geldschieter met een strafrechtelijk belastingnadeel van € 147.450 rechtvaardigt in principe een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming. Het maakt niet uit dat het fiscaalrechtelijke nadeel € 30.120 lager uitvalt door verjaring en verrekeningen. Mede gelet op het overschrijden van de redelijke termijn met 30 maanden en dat X slechts zijn ondernemingen en de werkgelegenheid wilde redden, wordt volstaan met een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaren en een taakstraf van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis.

Lees ook het thema De inkeerregeling

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 37

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting, Strafrecht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 15 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen