Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de crisisheffing bij X niet leidt tot een individuele buitensporige last. Of sprake is van een individuele en buitensporige last dient te worden beoordeeld op het niveau van de fiscale eenheid.

Belanghebbende, X, maakt deel uit van een concern. X doet aangifte loonheffingen van een aanzienlijk bedrag aan crisisheffing 2013 en 2014. Zij heeft deze bedragen ook op aangifte afgedragen. Deze heffing heeft voor een deel betrekking op loon dat al voor 2012 aan de werknemers was toegezegd dan wel door hen verdiend.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de crisisheffing bij X niet leidt tot een individuele buitensporige last. Daaraan doet niet af dat van het loon dat in de crisisheffing is betrokken een aanzienlijk bedrag al voor 2012 aan de werknemers was toegezegd dan wel door hen is verdiend. Verder overweegt de rechtbank dat het bedrijf waarvan X deel uitmaakt financieel gezond is. Of sprake is van een individuele en buitensporige last, dient te worden beoordeeld op het niveau van de fiscale eenheid, aldus de rechtbank. De beroepen van X zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 32bd

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 27 december

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen