Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar door zijn handelwijze vertrouwen heeft gewekt dat de drie panden waarin woonvormen voor mensen met een verstandelijke beperking zijn gevestigd voor de OZB aangemerkt moeten worden als woningen. 

X is een stichting die eigenaar is van drie panden waarin woonvormen zijn gevestigd voor mensen met een verstandelijke beperking. Op de locaties worden de bewoners ondersteund bij het wonen en is er 24-uurszorg aanwezig. Er zijn personeelskamers en er is een slaapruimte voor de nachtwacht. De bewoners beschikken voor zichzelf over een afsluitbare kamer met zit- en slaapgedeelte en wasgelegenheid. Sommige kamers beschikken daarnaast over een douche, toilet en kookgelegenheid. In geschil is of voor de toepassing van de OZB sprake is van een woning of een niet-woning. Hof Arnhem beschouwt de panden als woning. De Hoge Raad oordeelt dat het hof zijn beslissing dat de gezamenlijke huiskamers, de badkamers en tuinen dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden (als bedoeld in art. 220a lid 2 Gemeentewet) niet naar behoren heeft gemotiveerd. De zaak wordt verwezen naar Hof 's-Hertogenbosch die moet beoordelen welke delen naast de eigen kamers van de bewoners tot woning dienen dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden (HR 10 februari 2012, nr. 10/05194, V-N 2012/11.27). Komt het hof tot de conclusie dat een of meer van de panden niet als woning kwalificeert, dan moet het hof ook het beroep van X op het vertrouwensbeginsel behandelen.

Hof 's-Hertogenbosch behandelt eerst het beroep van X op het vertrouwensbeginsel en oordeelt dat de heffingsambtenaar door zijn handelwijze vertrouwen heeft gewekt dat de drie panden voor de OZB aangemerkt moeten worden als woningen. In reactie op een bezwaar van X over 2004 heeft de heffingsambtenaar de panden aangemerkt als woning en de aanslagen 2004 gecorrigeerd. Vervolgens heeft de heffingsambtenaar op eigen initiatief ook de aanslagen over de jaren 2001 t/m 2003 ambtshalve gecorrigeerd. Op een later moment heeft de gemeente tevens de aanslagen over 2005 en 2006 – die waren opgelegd op basis van kwalificatie van de panden als niet-woning - op eigen initiatief gecorrigeerd. Het hof overweegt dat aan het vertrouwen dat X aan het voorgaande kan ontlenen, pas een einde is gekomen door de uitspraken op bezwaar van april 2008.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 220a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 21 november

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen