Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat de heffingsambtenaar de belanghebbende in het kader van het horen van hem in bezwaar, de op de zaak betrekking hebbende stukken dient toe te zenden.

Belanghebbende X tekent bezwaar aan tegen een WOZ-waardebeschikking en daarop gebaseerde aanslag onroerendezaakbelasting. In het kader van dat bezwaar en het hoorgesprek vraagt belanghebbende om toezending van een aantal op de zaak betrekking hebbende stukken. De heffingsambtenaar geeft aan dat hij deze slechts ter inzage gereed kan leggen op het gemeentehuis. Rechtbank Overijssel is het met belanghebbende eens dat de stukken aan belanghebbende hadden moeten worden toegezonden. De heffingsambtenaar komt hiertegen in hoger beroep op.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de artt. 7:4 lid 4 Awb en 40 lid 2 WOZ meebrengen dat de aanwezige en op de zaak betrekking hebbende stukken aan de belanghebbende dienen te worden toegezonden, eventueel tegen een kostenvergoeding. Afwijzing van een verzoek om toezending is slechts mogelijk ingeval van zwaarder wegende belangen aan de zijde van het bestuursorgaan. Van dergelijke zwaarder wegende belangen is niet gebleken. Het hoger beroep van de heffingsambtenaar is dan ook ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 40

Algemene wet bestuursrecht 7:4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

27

Gerelateerde artikelen