X is eigenaar van een onroerende zaak. Hierbij horen een aantal opstallen. Een deel van de opstallen is geschikt voor bewoning en is ook als zodanig gebruikt. X merkt de onroerende zaak volledig aan als eigen woning. De inspecteur corrigeert naar aanleiding van een boekenonderzoek de aangiften IB/PVV over de jaren 2008 tot en met 2010. Hieraan ligt ten grondslag dat de onroerende zaak voor 70% is aan te merken als eigen woning en voor de resterende 30% in box 3 valt. In geschil zijn de correcties.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur de navorderingsaanslagen niet te hoog heeft vastgesteld met het buiten aanmerking laten van 30% van de onroerende zaak als eigen woning. Uit de WOZ-waarden leidt de rechtbank af dat van de totale WOZ-waarde voor 2013 een deel van meer dan 35% toerekenbaar is aan een van de verhuurde opstallen. Daarnaast omvat de onroerende zaak nog andere opstallen die niet behoren tot X' eigen woning.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.111
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 28 februari