Belanghebbende, de heer X, en zijn echtgenote verrichten in vof-verband loonwerkzaamheden. De werkzaamheden bestaan onder meer het hakken van grienden, oogsten van hout en onderhoud van knotbomen. Naast de directe vergoeding hiervoor wordt opbrengst genoten door de verkoop van het hout. Het bos en de grienden zijn eigendom van derden. Voor de werkzaamheden claimt X in zijn IB-aangifte van 2010 de bosbouwvrijstelling. In geschil is of de inspecteur dit terecht heeft geweigerd.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de bosbouwvrijstelling niet van toepassing is omdat geen sprake is van exploitatie van een bos dat X zelf bezit. De feitelijke werkzaamheden bestaan weliswaar uit beheer van bos, maar X verricht de werkzaamheden tegen een vergoeding. X beroept zich echter met succes op het vertrouwensbeginsel. Bij de aanslagregeling over 2005 had de inspecteur X namelijk verzocht om informatie te verstrekken over de geclaimde landbouwvrijstelling. Nadat X vervolgens te kennen gaf dat het ging om de bosbouwvrijstelling in plaats van de landbouwvrijstelling, was de aanslag conform de aangifte opgelegd. X mocht er dus op vertrouwen dat de inspecteur een bewust standpunt over de bosbouwvrijstelling had ingenomen. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 1 maart