A, de echtgenoot van belanghebbende, X, is ingenieur informatietechniek. A is sinds 1990 niet meer beroepshalve werkzaam en ontvangt een uitkering. X claimt in haar IB-aangifte 2011 aftrek van de scholingsuitgaven van A. De inspecteur accepteert aftrek van de scholingsuitgaven echter niet.
Hof Arnhem-Leeuwarden (MK I, 8 november 2016, 16/00065, V-N Vandaag 2016/2445) oordeelt dat X geen recht heeft op aftrek van de scholingsuitgaven van A. Het hof overweegt daarbij dat A heeft verklaard dat hij tijdens zijn onderzoek dat hij in eigen beheer verricht, niet is begeleid door iemand, en dat hij voor zijn studie en onderzoek ook niet onder iemands toezicht stond. Ook waren er door een derde geen leerdoelen gesteld en besloot A zelf wanneer de studie en het onderzoek waren afgerond. Volgens het hof betekent dit dat A niet onder toezicht van een derde stond bij zijn studie en/of onderzoek en evenmin door een derde daarin werd begeleid. Er is volgens het hof dan niet voldaan aan de voorwaarden die gelden voor aftrek van de scholingsuitgaven. Het gelijk is aan de inspecteur.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.27