Belanghebbende, X, is eigenaar van twee onroerende zaken in de gemeente Venlo. In geschil is of de investeringsbijdrage die X heeft verstrekt aan zijn nieuwe huurders van invloed is op de WOZ-waarde.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de investeringsbijdrage die X als verhuurder aan zijn nieuwe huurders heeft verstrekt in mindering komt op de huurwaarde die als grondslag dient voor de WOZ-waardering. De rechtbank is ervan overtuigd dat deze bijdrage is verstrekt om nieuwe huurders aan te trekken. De rechtbank ziet anders dan de heffingsambtenaar geen aanleiding om onderscheid te maken tussen een huurkorting of een huurvrije periode enerzijds en een investeringsbijdrage anderzijds, enkel omdat de investeringsbijdrage door een huurder moet worden uitgegeven wil hij er voor in aanmerking komen en daarom niet als inkomsten kan worden aangemerkt. Dit onderscheid doet naar het oordeel van de rechtbank geen afbreuk aan de essentie van een incentive. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en verlaagt de WOZ-waarde rekening houdend met de lagere huurprijs als gevolg van de investeringsbijdragen.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17