Vanwege het niet aangeven van buitenlandse rente-inkomsten zijn aan belanghebbende, X, navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en vermogensbelasting met boetes opgelegd. Voor de KB-Lux zaken is ten behoeve van de (toenmalige) eenheden van de Belastingdienst in 2001 een "Draaiboek Rekeningenproject" ( het Draaiboek) ontwikkeld. Ook zijn in het kader van dit project interne nieuwsbrieven (de Nieuwsbrieven) verschenen. Het Draaiboek en de Nieuwsbrieven zijn gedeeltelijk openbaar gemaakt. Hof Arnhem heeft de inspecteur verschillende keren verzocht de integrale versie van het Draaiboek en de Nieuwsbrieven te overleggen. Het betreft volgens het hof namelijk op de zaak betrekking hebbende stukken als bedoeld in artikel 8:42 Awb. De inspecteur is het hier niet mee eens en heeft slechts een geschoonde versie van de bedoelde stukken overgelegd. In geschil is of de aan X opgelegde navorderingsaanslagen terecht zijn opgelegd.
Hof Arnhem verklaart het beroep van X gegrond en vernietigt de navorderingsaanslagen en boetes. De Minister van Financiën heeft cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad heeft dit beroep gegrond verklaard en de zaak verwezen naar Hof Amsterdam. De inspecteur beroept zich op artikel 8:29 Awb. Het verzoek strekt ertoe te voorkomen dat het Draaiboek, de Nieuwsbrieven en de (originele) prints van de microfiches, integraal in het geding dienen te worden gebracht.
In een tussenuitspraak overweegt Hof Amsterdam dat de inspecteur terecht heeft geweigerd de integrale versie van het Draaiboek en de Nieuwsbrieven aan X over te leggen. Een beperking van de kennisneming door X van die stukken tot de gecorrigeerde Amsterdamse versie is gerechtvaardigd. Ook heeft de inspecteur terecht geweigerd (de originele prints van) de microfiches ongeschoond aan X over te leggen. Naast de algemene informatie in 'de kop' van de microfiches, behoeven uitsluitend de daarop voorkomende bedragen van saldi openbaar te worden gemaakt. De vermelde rekeningnummers en namen mogen worden weggelaten. Het gehele procesdossier zal aan de Eerste Meervoudige Belastingkamer van het hof ter beschikking worden gesteld die de hoofdzaak zal behandelen.