In Duitsland wordt, naast Vpb (Körperschaftsteuer) op federaal niveau, op gemeentelijk niveau een bedrijfs- of handelsbelasting (Gewerbesteuer) geheven. De heffingsgrondslag voor de Gewerbesteuer is de winst uit onderneming zoals bepaald voor de Vpb, gecorrigeerd met (onder andere) de helft van de betalingen ter zake van schulden die economisch verband houden met de uitbreiding of verbetering van het bedrijf of die dienen tot een niet slechts tijdelijke versterking van het bedrijfskapitaal. In het kader van de heffing van Gewerbesteuer heeft de gemeente Gelsenkirchen-Süd de winst van het in Duitsland gevestigde Scheuten Solar Technology GmbH, van welke vennootschap het in Nederland gevestigde Solar Systems BV enig aandeelhouder is, gecorrigeerd met de helft van de in 2004 aan Solar Systems BV betaalde rente op leningen. De Duitse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld. Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat art. 1, eerste lid, EG-interest/royaltyrichtlijn (EG-richtlijn 2003/49) niet aan deze rentecorrectie in de weg staat. Het HvJ EU overweegt hierbij onder andere dat de vraag in kwestie een vraag betreffende de heffingsgrondslag is. Aangezien de EG-interest/royaltyrichtlijn geen regeling bevat over de berekening van de heffingsgrondslag voor de betaler van interest, mag de werkingssfeer van art. 1, eerste lid, EG-interest/royaltyrichtlijn volgens het HvJ EU niet ruimer worden toegepast dan de daarin voorziene vrijstelling.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 23 juli