Hof Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de heer X ten onrechte aansprakelijk is gesteld voor de kosten, invorderingsrente en boete. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

De heer X en zijn echtgenote zijn gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. X repareert scheepsmotoren. Dit is aanvankelijk zijn eenmanszaak. Vanaf 1999 ontvangt X een wao-uitkering. De echtgenote heeft vanwege de uitkering eind 1999 A bv opgericht. In de opgaaf 'startende onderneming' wordt X als medeondernemer genoemd. Formeel bestuurt de echtgenote de bv, maar volgens de ontvanger moet X worden aangemerkt als feitelijk bestuurder. Medio 2002 gaat de bv failliet en zet X de onderneming als eenmanszaak door. In geschil is of X terecht aansprakelijk is gesteld voor de belastingschulden van de bv. Rechtbank Leeuwarden oordeelt dat X is aan te merken als iemand van wie aannemelijk is dat hij het beleid van het lichaam heeft bepaald, of mede heeft bepaald als ware hij bestuurder. X wordt terecht kennelijk onbehoorlijk bestuur verweten en bovendien is X significant tekort geschoten in de zorg die hij als (feitelijk) bestuurder draagt voor een afdoende continuïteit en volledigheid van de administratie. X gaat in hoger beroep.

Hof Leeuwarden (MK, 28 juni 2011, 10/00204) oordeelt dat X ten onrechte aansprakelijk is gesteld voor de kosten, invorderingsrente en boete. De ontvanger heeft namelijk geen feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan X in dit kader een zelfstandig verwijt kan worden gemaakt. De enkele omstandigheid dat X feitelijk bestuurder was, is onvoldoende. Het beroep van X is voor het overige ongegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

 

Lees ook de thema's Bestuurdersaansprakelijkheid en Feitelijk leidinggeven.

 

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Hoge Raad

0

Gerelateerde artikelen