X is op Aruba eigenaar van een perceel grond met daarop een opstal. Op 31 mei 2019 wordt voor deze opstal een aanslag grondbelasting opgelegd aan X. Hierbij wordt, in verband met een wetswijziging, een tarief van 6% gehanteerd. In het kader van de Arubaanse grondbelasting voor het tijdvak 2017 - 2021 wordt de waarde van de grond vastgesteld voor de komende vijf jaar en wordt per jaar een aanslag opgelegd. Bij het begin van het tijdvak worden de vijf aanslagen vastgesteld en opgeborgen in de legger. Bij deze aanslagen is een tarief van 0,4% gehanteerd. Vervolgens worden de aanslagen per jaar uitgereikt en daarmee opgelegd. De aanslagen zijn dus voor alle vijf jaren gelijk. X is het niet eens met de op 31 mei 2019 opgelegde aanslag, naar een tarief van 0,6%. Het Gerecht in eerste aanleg van Aruba stelt in deze procedure drie prejudiciële vragen. Het Gerecht wil weten of de aanslag van 31 mei 2019 een tweede aanslag is, of überhaupt een navorderingsaanslag kan worden opgelegd en of sprake is van schending van art. 1 EP EVRM.
Advocaat-generaal IJzerman concludeert dat het zou kunnen dat het antwoord op de eerste prejudiciële vraag luidt dat de aanslag van 31 mei 2019 een tweede aanslag is. Om tot dat antwoord te komen moet het Gerecht volgens de A-G echter eerst nader feitelijk onderzoek verrichten naar de eerste aanslag. Als inderdaad sprake is van een tweede aanslag, kan volgens de A-G geen navorderingsaanslag worden opgelegd. De Inspecteur heeft de eerste aanslag dan namelijk naar het destijds geldende (oude) tarief opgelegd. Op het moment van het opleggen van de aanslag is dan geen sprake van een aanslag die naar een te laag bedrag is vastgesteld. Daarnaast is er volgens de A-G ook geen enkele rechtvaardiging van wat voor X neerkomt op een belastingverhoging met terugwerkende kracht. De wetswijziging vormt dan een schending van art. 1 EP EVRM.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen overzeese Rijksdelen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)