A houdt de aandelen in belanghebbende, X bv. X bv leent een bedrag aan de heer Y in verband met de aankoop van enkele onroerende zaken. In verband met deze financiering behaalt X bv een voordeel van € 19.480. De inspecteur is van mening dat dit voordeel tot de winst van X bv behoort. X bv stelt echter dat de lening door X bv in rekening courant met A is geboekt, en dat het voordeel, in box 3, is belast bij A.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv het voordeel uit de financiering heeft genoten. Volgens de rechtbank zijn de middelen namelijk verstrekt door, en uit de middelen van X bv en daarmee opgekomen in de bedrijfsvoering van X bv. De rechtbank is verder van mening dat niet aannemelijk is gemaakt dat A het voordeel heeft gerealiseerd. Ook merkt de rechtbank nog op dat, al zou A de financiering hebben verstrekt, dan nog niet is bewezen dat A het voordeel uit de aan Y verstrekte financiering heeft behaald, en niet X bv. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 24 september