De heer X is advocaat en heeft een eenmanszaak zonder personeel. X doteert jaarlijks aan de fiscale oudedagsreserve (FOR), waarvan de stand eind 2013 € 160.784 is. Aan liquide middelen wordt in de onderneming op dat moment € 388.988 aangehouden. In 2015 constateert de inspecteur bij een boekenonderzoek dat de liquide middelen duurzaam overtollig zijn voor zover zij meer zijn dan € 50.000. Het ondernemingsvermogen wordt daarmee fors lager. Vanwege een ontoereikend ondernemingsvermogen is vanaf 2009 ten onrechte toegevoegd aan de FOR. De IB-navordering blijft echter beperkt tot het terugnemen van de FOR-dotatie in 2013 van € 5.887. In geschil is of dat terecht is.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat door de inspecteur niet aannemelijk is gemaakt dat € 50.000 aan liquide middelen in redelijkheid volstaat en dat het meerdere geen functie meer heeft in de onderneming en duurzaam overtollig is. Dit is conform het standpunt van de Deken van de Orde van Advocaten, die stelt dat een voldoende financiële armslag geen overbodige luxe is voor een kantoor dat afhankelijk is van het stelsel van gefinancierde rechtshulp. In goede justitie wordt bepaald dat van de liquide middelen € 175.000 ondernemingsvermogen kan blijven, zodat de door X geclaimde FOR-dotatie terecht is.
Lees ook het thema Fiscale aspecten vermogensetikettering.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.68
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 6 november