Aan X is een auto ter beschikking gesteld door zijn werkgever. X beschikt over een Verklaring geen privégebruik auto. Uit een onderzoek van de inspecteur blijkt echter dat er hiaten zitten in de rittenadministratie. Zo blijkt uit gegevens van het KLPD dat de auto van X diverse malen op de A16 is gesignaleerd, terwijl X volgens zijn rittenadministratie op die momenten ergens anders met de auto had gereden, of geheel niet met de auto had gereden. De inspecteur legt vervolgens de twee in geschil zijnde naheffingsaanslagen lb/pvv op met verzuimboetes. X komt hiertegen in beroep. X stelt dat het gebruik van (foto)camerabeelden van het KLPD in strijd is met de Wet Bescherming Persoonsgegevens (Wet BP). Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van X ongegrond. X komt in hoger beroep. Hof 's-Hertogenbosch is van mening dat door het gebruik door de Belastingdienst van de foto's van de KLPD in beginsel wel een inmenging van het privé leven plaatsvindt, maar dat hier sprake is van een geoorloofde inbreuk op het recht op privacy. Deze inbreuk is bij wet geregeld en is noodzakelijk in het belang van het economische welzijn van het land. Volgens het hof betekent het niet belasten van privégebruik van de auto vanwege gering privégebruik een substantiële verlichting van de belastingdruk voor X. Controle daarop is gerechtvaardigd en gelet op het grote aantal gevallen past het om deze controle zo efficiënt mogelijk in te richten. Informatievergaring op basis van de ANPR-technologie is proportioneel bezien in het licht van het doel, te weten, de richtige belastingheffing. Andere wijzen van controle zouden evenzeer een forse inbreuk op de privacy inhouden en meer belastend zijn voor burgers. De verwerkte camera-gegevens worden aan de hand van een aantal fiscale controledoelen geselecteerd. De niet-relevante gegevens worden direct vernietigd. De bewaartermijn van zeven jaar voor de wel relevante gegevens levert niet een strijdigheid met artikel 8 EVRM op. Op de zitting heeft de inspecteur zich op het standpunt gesteld dat de verzuimboeten van 100% gematigd moeten worden tot 25%. Het hof volgt de inspecteur hierin. In die zin is het hoger beroep gegrond.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 8
Wet op de loonbelasting 1964 13bis
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Algemene wet inzake rijksbelastingen 55
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 31 maart