Hof Amsterdam oordeelt dat bij toepasselijkheid van de doorbetaald loonregeling de 12a toets alleen op het niveau van de inhoudingsplichtige (in dit geval holding 2) dient plaats te vinden. Anders dan de Belastingdienst stelt zijn de (meestverdienende) werknemers van de aan andere dan de inhoudingsplichtige ab-vennootschappen verbonden lichamen  niet relevant. De inspecteur slaagt niet in het bewijs dat sprake is van een te laag gebruikelijk loon.

Een DGA is rechtstreeks houder van onder meer holding 2. Holding 2 houdt 25% van de aandelen in een dochter (3). . Holding 2 is statutair bestuurder van de dochter (3). Holding 2 en dochter (3) hebben belangen in een aantal vennootschappen. Deze vennootschappen behoren niet tot de aan holding 2 verbonden lichamen. De dga heeft op basis van een managementovereenkomst voor verschillende ab-vennootschappen gewerkt. De doorbetaald loonregeling is van toepassing.

Hof Amsterdam oordeelt dat bij toepasselijkheid van de doorbetaald loonregeling de 12a toets alleen op het niveau van de inhoudingsplichtige (in dit geval holding 2) dient plaats te vinden. De beloning van de inhoudingsplichtige dient als vergoeding voor de arbeid bij alle ab-vennootschappen waarin de ab-houder werkt. Bij de beoordeling van het loon de meestverdienende werknemer wegen alleen aan de inhoudingsplichtige verbonden vennootschappen mee. Anders dan de Belastingdienst stelt zijn de (meestverdienende) werknemers van de aan andere dan de inhoudingsplichtige ab-vennootschappen verbonden lichamen niet relevant. De inspecteur slaagt niet in het bewijs dat sprake is van een te laag gebruikelijk loon.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 3

Wet op de loonbelasting 1964 2

Wet op de loonbelasting 1964 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 17 december

33

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen