Hof Amsterdam volgt de rechtbank in de, door toepassing van een pro rata-berekening, vaststelling van het gebruikelijk loon van X op € 15.000. De inspecteur heeft hier ook mee ingestemd.

X houdt de aandelen in een bv. De bv oefent een taxibedrijf uit. Omdat X niet tijdig zijn IB-aangifte 2019 indient, legt de inspecteur ambtshalve een aanslag op. Hierbij houdt hij rekening met een gebruikelijk loon van € 45.000 en een uitkering. X dient daarop alsnog een aangifte in die door de inspecteur wordt aangemerkt als een bezwaarschrift met alleen de uitkering. Op het beroep van X verlaagt de rechtbank het gebruikelijk loon naar € 15.000. In hoger beroep stelt X dat hij, naast de uitkering, geen inkomsten heeft gehad.

Hof Amsterdam volgt de rechtbank in de, door toepassing van een pro rata-berekening, vaststelling van het gebruikelijk loon van X op € 15.000. De inspecteur heeft hier ook mee ingestemd. Het hof verwerpt daarbij de stelling van X dat hij alleen maar een uitkering heeft genoten. Hij geeft namelijk geen (begin van) onderbouwing voor deze stelling. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Lees ook het thema Gebruikelijk loon.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 12a

Wet inkomstenbelasting 2001 3.80

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Editie: 10 november

Informatiesoort: VN Vandaag

1562

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen