Belanghebbende, X, is een Duitse tandarts die vanaf 1 mei 2011 in dienstbetrekking is bij de in Nederland gevestigde Tandartsenpraktijk A. X heeft kort daarvoor haar universitaire opleiding tandheelkunde in Duitsland afgerond en is in april 2011 in Nederland gaan wonen om bij A te gaan werken. X meent in aanmerking te komen voor de 30%-regeling, maar volgens de inspecteur is er geen sprake van schaarste aan tandartsen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Rechtbank Haarlem oordeelt dat X aannemelijk maakt dat zij over een specifieke deskundigheid beschikt die op de Nederlandse markt niet of schaars aanwezig is.
Hof Amsterdam oordeelt echter dat X geen recht heeft op toepassing van de 30%-regeling. Het hof leidt uit het Capaciteitsrapport 2010 af dat, zo er al sprake is van een tekort aan tandartsen, tekorten (slechts) regionaal zijn en dat de onvervulde vraag naar tandartsen slechts zeer beperkt is (1%). Een 1%-tekort is volgens het hof onvoldoende om te kunnen spreken van ‘schaars aanwezig' in de zin van de wet. Het beeld dat het aanbod van tandartszorg in Nederland op de peildatum in wezen niet achterblijft bij de vraag naar die zorg, is door andere bronnen voldoende onderbouwd. Een in de toekomst mogelijk dreigend tekort, zoals X aangeeft, betekent niet dat de specifieke deskundigheid van tandarts schaars aanwezig is ten tijde van het aangaan van de arbeidsovereenkomst met A, aldus het hof. Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 9ea