Rechtbank Gelderland stelt vast dat X na regelmatige uitnodiging en aanmaning niet voldaan heeft aan zijn aangifteverplichting. De rechtbank oordeelt dat daarom de bewijslast voor X wordt omgekeerd en verzwaard.

X is directeur en enig aandeelhouder van een bv. X doet voor 2014 aangifte inkomstenbelasting waarbij rente op een vordering op de bv wordt aangegeven. De bv doet over 2015 en 2016 geen aangifte. De inspecteur nodigt X uit om aangifte inkomstenbelasting 2015 en 2016 te doen. X vraagt en krijgt daarvoor uitstel wegens betrokkenheid bij een justitieel onderzoek waarbij de boekhouding in beslag is genomen. X laat echter, na aanmaningen, de termijn verlopen en voldoet niet aan zijn aangifteverplichting. In de tussentijd wordt X strafrechtelijk vervolgd en veroordeeld wegens onder meer witwassen en oplichting. De inspecteur legt (geschatte) ambtshalve aanslagen op met een verzuimboete. X komt in beroep.

Rechtbank Gelderland stelt vast dat X na regelmatige uitnodiging en aanmaning niet voldaan heeft aan zijn aangifteverplichting. De rechtbank oordeelt dat daarom de bewijslast voor X wordt omgekeerd en verzwaard. De inspecteur heeft met een redelijke schatting voldaan aan zijn bewijslast. X slaagt niet in het verzwaarde bewijs. De rechtbank matigt de verzuimboete vanwege overschrijding van de redelijke behandeltermijn.

Lees ook het thema De aangifteverplichting in de AWR.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 9

Algemene wet inzake rijksbelastingen 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 9 september

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen