Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat een notaris geen recht op btw-aftrek heeft op juridische diensten die hij vooral ter bescherming van privébelangen heeft ingekocht. De notaris wilde tijdelijk kantoor aan huis houden, en had opdrachten wegens belangenverstrengeling geweigerd. Dat was volgens het hof onvoldoende voor een onmiddellijk en rechtstreeks verband. Een eventueel zakelijk karakter werd ook overigens onvoldoende aannemelijk gemaakt.

Belanghebbende, een notaris, heeft voor aanzienlijke bedragen juridische diensten ingekocht. De juridische diensten hebben betrekking op procedures tegen de gemeente over de woning van belanghebbende, aangelegen tuinen en dergelijke en een bijgebouw. In het bijgebouw en een deel van de woning zou belanghebbende kantoor aan huis gaan voeren, nadat hij de tot dan toe gehuurde kantoorruimte moest verlaten. Verder had de notaris van diverse opdrachten waarbij de gemeente partij was afgezien, vanwege de lopende procedures. Uiteindelijk hebben de gemeente en belanghebbende een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarin ondermeer een inspanningsverplichting voor de gemeente is opgenomen om een vergunning te verkrijgen om aan huis kantoorwerkzaamheden te verrichten. Belanghebbende heeft alle btw op de kosten van de juridische diensten in aftrek gebracht. De over 2011 in aftrek gebrachte voorbelasting op de juridische diensten is nageheven.

Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden moet belanghebbende en niet de inspecteur aannemelijk maken dat en in hoeverre hij recht op btw-aftrek heeft. Daarvoor moet er een rechtstreeks en onmiddellijk verband bestaan tussen de ingekochte juridische diensten en de belastbare activiteiten van de belanghebbende. Uit de facturen van de juridisch dienstverlener blijkt niet dat de diensten een zakelijk karakter hadden. Uit de vaststellingsovereenkomst volgt in de eerste plaats dat de juridische diensten bedoeld waren om de privébelangen van belanghebbende te beschermen. Belanghebbende heeft verder niet voldoende onderbouwd dat er kosten zijn gemaakt voor het vestigen van een kantoor aan huis. Uit de vaststellingsovereenkomst wordt dit ook niet aannemelijk. De naheffingsaanslag blijft dan ook in stand.

Lees ook het thema Recht op aftrek van de btw; wanneer en hoeveel?

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 27 december

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen