De heer X koopt in 2011 een gebruikte auto in Duitsland. X heeft € 3.090 aan BPM op aangifte voldaan. X maakt bij de aangifte gebruik van een koerslijst voor marge-auto's. In geschil is de voldoening op aangifte en of terecht een naheffingsaanslag € 4.544 is opgelegd. Na bezwaar is wegens strijdigheid van de 12% regeling met het EU-recht een teruggaaf op de aangifte verleend van € 179 en is de naheffing verminderd tot € 3.770. Voorts is € 4 heffingsrente vergoed. Partijen zijn het er inmiddels over eens dat 72% als schade in mindering moet komen op de koerslijstwaarde. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat X bij de aangifte ten onrechte de koerslijst voor margeauto's heeft gehanteerd. De aftrekbaarheid van btw is namelijk niet een eigenschap van de auto, zoals kilometrage, courantheid, afschrijving, schade en dergelijke. Dit brengt mee dat zowel een btw-auto als een margeauto het beste referentievoertuig kan zijn. De naheffing wordt daarom verminderd tot € 553. De inspecteur moet voorts rente vergoeden over het tijdvak dat aanvangt op de dag na die van de betaling van de onverschuldigde BPM en eindigt op de dag waarop het betreffende bedrag is c.q. wordt terugbetaald. (zie HR 19 december 2014, nr. 13/06055, V-N 2015/2.9). De beroepen van X zijn deels gegrond. Aangezien de gemachtigde van X een grote hoeveelheid soortgelijke bezwaren heeft ingediend, kon de inspecteur voor de voldoening op aangifte volstaan met een bezwaarkostenvergoeding van € 54,50. Het bezwaar tegen de naheffing is echter niet samenhangend. De totale (forfaitaire) proceskostenvergoeding voor bezwaar en beroep wordt vastgesteld € 2488,50. Hierop kan de inspecteur de reeds betaalde € 109 in mindering brengen.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30f
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 13 maart