Hof Amsterdam verwerpt de stelling van de gemeente dat bij de WOZ-waardering van het bosperceel van 690 m² rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat de gemeente in de toekomst vrijstelling zal verlenen van het bestemmingsplan. 

Belanghebbende, X, verschilt met de gemeente Bergen van mening over de hoogte van de WOZ-waarde 2012 van zijn woning.

Hof Amsterdam verwerpt de stelling van de gemeente dat bij de WOZ-waardering van het bosperceel van 690 m² rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat de gemeente in de toekomst vrijstelling zal verlenen van het bestemmingsplan. Voor een reële kans tot wijziging van de bestemmingsvoorschriften is vereist dat een redelijk handelende gegadigde daarmee rekening zou houden. Of, naar de waardepeildatum beoordeeld, een dergelijke reële kans bestaat, kan onder meer worden afgeleid uit het feit dat in soortgelijke gevallen de gemeente al dan niet het bestemmingsplan ter zake heeft gewijzigd of uit het feit dat de gemeente de voorgenomen toekomstige wijziging reeds naar buiten brengt (vgl. HR 2 december 2005, nr. 39.632, V-N 2005/61.22). De niet nader onderbouwde stelling van de heffingsambtenaar dat het niet uitgesloten is dat, indien ontheffing zou worden gevraagd, een dergelijke ontheffing wordt verleend, acht het hof in dit verband onvoldoende concreet. Conclusie is dat de heffingsambtenaar ten onrechte aan het gehele perceel van X een grondwaarde van € 250 per m² heeft toegekend. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en stelt de WOZ-waarde in goede justitie vast op € 1.350.000 (was: € 1.472.000).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 17 november

37

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen