Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur geen algemeen beginsel van behoorlijk bestuur heeft geschonden door X niet apart over het compromis te informeren. Er is geen objectieve voordeelsverwachting voor de onderneming.
X exploiteert vanaf 2006 een geluidsstudio en is tot 2013 in loondienst bij het UWV. In geschil is of zijn onderneming in 2018 een bron van inkomen is. Volgens de inspecteur levert de studio alleen maar verliezen op en is met de adviseur/gemachtigde in 2020 een compromis gesloten. Dit compromis houdt in dat de verliezen tot en met 2017 worden geaccepteerd en daarna niet meer. X stelt dat hij niet op de hoogte was van het compromis en dat het dus niet bindend is. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het compromis rechtsgeldig is en dat de studio ook zonder het compromis geen bron van inkomen is. X gaat in hoger beroep en schrijft zijn onderneming in 2023 uit bij de KvK.
Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur geen algemeen beginsel van behoorlijk bestuur heeft geschonden door X niet apart over het compromis te informeren. De inspecteur mocht ervan uitgaan dat de adviseur dit zou doen. Het compromis is dus bindend voor X. X heeft aan de hand van kostenoverzichten, contracten opdrachten, of anderszins, geen onderbouwd inzicht geboden in de door hem bepleite objectieve voordeelsverwachting. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.8