X doet op 25 augustus 2011 aangifte met het oog op de voldoening van BPM ter zake van de registratie van een personenauto in het kentekenregister. Nadat het aangegeven bedrag op 30 augustus 2011 is voldaan, maakt X bezwaar tegen deze voldoening. Naar aanleiding van HR 2 maart 2012, nr. 11/00785, V-N 2012/14.19 verklaart de inspecteur het bezwaar gegrond en kent een kostenvergoeding toe van € 54,50. In hoger beroep claimt X een integrale vergoeding van de kosten van bezwaar.
Hof Arnhem-Leeuwarden wijst het verzoek van X om een integrale vergoeding van de kosten van bezwaar af. Verder heeft de inspecteur de kostenvergoeding op grond van art. 2 lid 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht mogen matigen tot € 54,50 vanwege het zeer groot aantal vergelijkbare bezwaren dat de gemachtigde heeft ingediend. Het hoger beroep van X is wel gegrond omdat de inspecteur heeft erkend dat X recht heeft op een vergoeding van gederfde rente in verband met de naderhand gebleken ten onrechte geheven BPM.
Wetsartikelen:
Besluit proceskosten bestuursrecht 2-3
Algemene wet bestuursrecht 7:15-2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 12 januari