De uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant (V-N 2015/55.11) waarin een gift afhankelijk van twee levens niet kwalificeert voor de periodieke giftenaftrek, is geheel in lijn met de geldende wet- en regelgeving zoals de Belastingdienst hier uitvoering aan geeft. Er is geen sprake van een koerswijziging. Dat schrijft staatssecretaris Vijlbrief van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst aan de Eerste Kamer.

In Hoge Raad BNB 2013/162 betrof het geschil niet de afhankelijkheid van twee levens. Het arrest ging om de vraag of, nu de verplichting tot het doen van periodieke uitkeringen na het overlijden van de erflater onder algemene titel op de erfgenamen is overgegaan, de erfgenaam de giftenaftrek kan toepassen.

Het kabinet vindt een langdurige betrokkenheid van donateurs bij ANBI’s en bij verenigingen van groot belang. Een andere wijze van formuleren of laten vervallen van het onzekerheidsvereiste en de sterftekans bij periodieke giften, vergt wetswijziging. Daarbij moeten de budgettaire effecten en uitvoeringsaspecten in kaart worden gebracht. Ook een verhoging van het plafond in de giftenaftrek in de VPB leidt tot een budgettaire derving.

SBBI’s hebben vaak de rechtsvorm vereniging, maar dit is geen vereiste. Alle rechtsvormen – ook buitenlandse – kunnen als SBBI kwalificeren. De staatssecretaris vindt niet dat ook gewone giften aan SBBI’s die geen steunstichting SBBI’s zijn, aftrekbaar moeten zijn.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 25 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen