Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar ook in hoger beroep de WOZ-waarde van het groothandelsfiliaal van X bv niet aannemelijk maakt.

X bv is eigenaar van een pand waarin een filiaal van een groothandelsconcern is gevestigd. De onroerende zaak bestaat uit winkelruimtes, kantoorruimtes, opslag/magazijnruimtes, een overslag/opslagterrein, een parkeerterrein en een brandstofpomp. In geschil is de WOZ-waarde 2017 die is berekend op basis van de discounted cashflow-methode (DCF-methode).

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de gemeente bij het bepalen van de WOZ-waarde de DCF-methode niet juist heeft gehanteerd.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar ook in hoger beroep de WOZ-waarde van het groothandelsfiliaal van X bv niet aannemelijk maakt. De heffingsambtenaar stelt dat de huurprijs per m² van kleinere referentieobjecten recht evenredig kan worden toegepast op de onroerende zaak van X. Het hof oordeelt dat de heffingsambtenaar deze stelling met zijn enkele verwijzing naar de algemene taxatieleer niet aannemelijk heeft gemaakt. Verder heeft de heffingsambtenaar bij één referentieobject een dubbeltelling gemaakt voor de parkeerplaatsen. Het hof bevestigt de door de rechtbank in goede justitie vastgestelde waarde. Het hof kent X bv een proceskostenvergoeding toe en stelt de vergoeding van kosten van bezwaar vast op een hoger bedrag.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 25 februari

18

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen