De heer X woont in Thailand. X is ouder dan 65 jaar en krijgt een AOW-uitkering, die aldaar belast is. Tot juni 2011 krijgt X iedere maand een tegemoetkoming van € 33,09 bruto per maand op grond van art. 33b AOW. Deze wordt per genoemde datum vervangen door de "koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen" (kob-tegemoetkoming). X heeft hier volgens de SVB geen recht op, aangezien hij buitenlands belastingplichtig is en niet ten minste 90% van het wereldinkomen, na toepassing van regelingen ter voorkoming van dubbele belasting, in Nederland belast is. X beroept zich op het Verdrag tussen Nederland en Thailand inzake de export van sociale verzekeringsuitkeringen.
Rechtbank Haarlem oordeelt dat het verdrag slechts is bedoeld om de betaling van uitkeringen niet te beperken en niet om het recht op uitkeringen uit te breiden. Het betalen van een uitkering veronderstelt echter het recht op die uitkering op grond van een wettelijke bepaling. Op grond van de Wmkob heeft X echter geen recht op die uitkering. Het maakt niet uit dat X, zijn partner en de familie van zijn partner hoge kosten van levensonderhoud hebben en dat de uitbetaling van de kob-tegemoetkoming daarom noodzakelijk is. Het beroep van X is ongegrond.