Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de nieuwe bouwaanvraag meer dan een geringe wijziging is ten opzichte van de oude bouwaanvraag waarvoor X al leges heeft betaald.

X vraagt in 2013 een vergunning aan voor de bouw van een ligboxenstal van 90 meter. Die vergunning wordt in 2014 verleend. In 2015 vraagt X een nieuwe vergunning aan voor de bouw van een stal van 134 meter. In 2016 legt B & W een bouwstop op wegens het niet voldoen aan de vergunning 2015. Om verder te kunnen bouwen, vraagt X in oktober 2016 een nieuwe vergunning aan voor de bouw van een stal met een lengte van 84 meter. In 2017 wordt de vergunning verleend. In geschil is de legesheffing voor de vergunning 2017. De heffingsambtenaar brengt opnieuw volledige leges in rekening. X stelt dat het tarief van € 140,80 voor kleine wijzigingen van eerdere vergunningen toegepast moet worden. Rechtbank Noord-Nederland honoreert dit verzoek van X.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de nieuwe bouwaanvraag meer dan een geringe wijziging is ten opzichte van de oude bouwaanvraag waarvoor X al leges heeft betaald. Dat betekent dat X de leges van die oude aanvraag niet mag verrekenen met de nieuwe aanvraag en hij dus weer volledig leges moet betalen. Anders dan de rechtbank oordeelt het hof dat de laatst afgegeven vergunning (de 2015-vergunning) als uitgangspunt moet worden genomen. De nieuwe vergunning verschilt qua lengte, breedte, oppervlakte, inhoud en constructie teveel van de 2015-vergunning. Hetzelfde geldt overigens als de 2014-vergunning tot uitgangspunt wordt genomen. Het gelijk is aan de gemeente.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 18 november

22

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen