Belanghebbende, de gemeente Bodegraven Reeuwijk, vraagt een omgevingsvergunning aan voor het aanbrengen van een zogeheten paalmatras ten behoeve van de door haar aan te leggen Rondweg Reeuwijk Brug. De feitelijke aanleg van de weg heeft de gemeente opgedragen aan een aannemer. De gemeente heeft afgesproken dat deze aannemer de nodige vergunningen regelt en de verschuldigde leges betaalt. Voor het in behandeling nemen van de aanvraag legt de heffingsambtenaar van de gemeente Bodegraven Reeuwijk een aanslag leges op aan de gemeente van € 132.760,42.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat geen legesheffing mogelijk is voor het in behandeling nemen van de aanvraag omgevingsvergunning voor de paalmatras voor de aanleg van de rondweg. De omgevingsvergunning is door de gemeente zelf aangevraagd voor de aanleg in opdracht van de gemeente van de fundering van een openbare weg, binnen de gemeentegrens en op in eigendom aan de gemeente toebehorende grond. Het aanleggen en in stand houden van het voor het publiek openstaande wegennet binnen de gemeente is een publieke taak van de gemeente. Bij de aanleg van de Rondweg Reeuwijk Brug oefent de gemeente dus haar publieke taak uit. De aanleg van de fundering van de weg maakt deel uit van de aanleg als geheel en dus ook van de uitoefening van de publieke taak. De werkzaamheden die zijn gemoeid met het in behandeling nemen van de aanvraag omgevingsvergunning, zijn daarom geen werkzaamheden, die rechtstreeks en in overwegende mate verband houden met dienstverlening ten behoeve van een individualiseerbaar belang. De rechtbank verklaart het beroep van de gemeente gegrond en vernietigt de legesaanslag.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 15 juni