X komt in beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Partijen bereiken overeenstemming over het materiële geschil en de afwikkeling daarvan. In geschil is alleen nog of X recht heeft op een proceskostenvergoeding voor het indienen van een verzoek om ISV.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat geen recht bestaat op een proceskostenvergoeding voor het indienen van een verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Tot 1 juli 2013 kon de rechter in het beroep tegen het materiële geschil op grond van art. 8:73 Awb worden verzocht een ISV toe te kennen. In een geval als dit (waarin een naheffingsaanslag parkeerbelasting in geschil is) is vanaf 1 juli 2013 de verzoekschriftprocedure van art. 8:88 e.v. Awb van toepassing en dient die procedure naar analogie te worden toegepast op de ISV in een procedure over dat besluit. Daaruit volgt dat in het beroep tegen de naheffingsaanslag kan worden verzocht om ISV, uiterlijk op zitting. Daartoe is niet vereist dat een (afzonderlijk) verzoekschrift wordt ingediend. In een geval als dit, waarin om een ISV wordt gevraagd in een beroep tegen het materiële geschil, zijn er geen afzonderlijke proceshandelingen vereist om het beoogde doel te bereiken. De rechtbank wijst het verzoek van X af.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 20 december