De gemeente Nissewaard brengt de btw die haar in rekening is gebracht voor de bouw van een sporthal in aftrek. De sporthal wordt verhuurd aan een basisschool. De inspecteur heft de btw na, omdat de gemeente geen btw-ondernemer is ter zake van de terbeschikkingstelling van de sporthal aan de basisschool. De gemeente legt zich hierbij neer, maar stelt vervolgens dat zij recht heeft op aanvullende uitnamen uit het btw-compensatiefonds voor de btw die aan haar in rekening is gebracht voor de bouw van de sporthal. De gemeente stelt zich daarbij op het standpunt dat bij de terbeschikkingstelling van de sporthal aan de basisschool sprake is van een terbeschikkingstelling aan de collectiviteit van (jeugdige) inwoners van de gemeente, met als achterliggend doel het stimuleren en bevorderen van de lichamelijke beweging en gezondheid van kinderen. De inspecteur honoreert het verzoek van de gemeente niet. Hij is namelijk van mening dat er sprake is van de terbeschikkingstelling van de sporthal aan een of meer individuele derden, te weten de basisschool.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat er sprake is van de terbeschikkingstelling van de sporthal aan een individuele derde. De gemeente heeft dan geen recht op aanvullende uitnamen uit het btw-compensatiefonds. De rechtbank wijst er daarbij op dat de gemeente de sporthal aan de basisschool ter beschikking stelt, dat de basisschool geen recht op aftrek van voorbelasting zou hebben gehad als zij de kosten van de sporthal zelf zou hebben gedragen, en dat de basisschool de sporthal gebruikt voor het verzorgen van het bewegingsonderwijs ten behoeve van haar leerlingen. Het gelijk is aan de inspecteur.