X heeft samen met Y, zijn ex-partner, een dochter die in de Basisregistratie Personen ingeschreven staat op het woonadres van Y. X woont elders en werkt in de offshore. Binnen een cyclus van 70 dagen verzorgt X 24 en Y 46 dagen het kind. In zijn aangifte IB/PVV 2017 claimt X de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK). De inspecteur kent de heffingskorting niet toe omdat X niet aan de voorwaarden voldoet.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X geen recht heeft op de IACK. De Hoge Raad heeft eerder geoordeeld dat ook recht bestaat op de IACK als beide ouders de zorg voor de kinderen gelijkelijk verdelen in een ander duurzaam ritme dan het ritme waarin het kind doorgaans ten minste 3 tot 3,5 dag per week bij de andere ouder verblijft. Uit de verklaring van X blijkt dat de zorg voor de dochter is verdeeld in een duurzaam (regelmatig en bestendig) ritme, maar dat de zorg niet gelijkelijk is verdeeld tussen Y en X. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 44b
Wet inkomstenbelasting 2001 8.14a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 2 december