Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat mevrouw X geen procesbelang heeft bij haar hoger beroep, aangezien de onderhavige voordelen bij de aanslagregeling zijn belast als winst uit onderneming. X stelt vergeefs schade te hebben geleden door het ten onrechte onthouden van een VAR-wuo. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, mevrouw X, is een gediplomeerd ziekenverzorgster. Sinds juli 2012 is X werkzaam als zzp’er. X verleent aldus thuiszorg en zorg in zorginstellingen. X heeft een beroepsaansprakelijkheidsverzekering en een eigen website. X maakt bezwaar tegen de VAR-loon van 2014 en de VAR-row van 2015. In deze jaren heeft X ook zorg verleend in het kader van een landelijke zorgpilot voor directe contractering van zelfstandige zorgverleners voor het bieden van thuiszorg. Voor deze werkzaamheden heeft X wel een VAR-wuo gekregen. Volgens Rechtbank Gelderland kan deze kwalificatie niet doorwerken naar de onder andere condities verrichte werkzaamheden. Het bezwaar van X tegen de VAR-loon 2014 is wegens termijnoverschrijding terecht niet-ontvankelijk verklaard. Voor de in 2015 verrichte 'zorg in natura'-werkzaamheden maakt X niet aannemelijk dat zij voldoende zelfstandigheid bezit. X is voor de toewijzing van cliënten namelijk volledig afhankelijk van de zorgaanbieders. De werkzaamheden voor een PGB-cliënt zijn pas tot stand gekomen na de indiening van de VAR-aanvraag, zodat X hiervoor een aparte VAR had moeten aanvragen. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2018/34) oordeelt dat X geen procesbelang heeft bij haar hoger beroep, aangezien de onderhavige voordelen bij de aanslagregeling over 2014 en 2015 zijn belast als winst uit onderneming. Inhoudelijk hoeft het hoger beroep voor 2015 daarom niet beoordeeld te worden. X stelt in dat jaar vergeefs schade te hebben geleden door het ten onrechte onthouden van een VAR-wuo. Voor het toekennen van een schadevergoeding is namelijk een gegrond hoger beroep vereist en X maakt ook niet aannemelijk dat schade is geleden. De termijnoverschrijding van het bezwaar tegen de VAR van 2014 is voorts niet verschoonbaar. Het beroep van X is ongegrond.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:73

Besluit lijfrenten in de winstsfeer (vennootschapsbelasting) 3.156

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 15 februari

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen