Belanghebbende, X, bewoont een appartement op de tweede verdieping en is het niet eens met de WOZ-waarde 2015 van zijn appartement. X bepleit verlaging van de WOZ-waarde 2015 van € 276.000 naar € 229.000.
Hof Amsterdam (MK II, 13 juni 2017, 16/00479, V-N Vandaag 2017/1452) oordeelt dat er geen causaal verband bestaat tussen de hoogte van de verdiepingsvloer van een appartement en de WOZ-waarde. Anders dan X betoogt is het geen feit van algemene bekendheid dat hoger gelegen appartementen meer waard zijn dan appartementen op de lagere etages. De voorkeur van een koper voor een bepaalde woning kan gebaseerd zijn op vele factoren, zoals toegankelijkheid, brandveiligheid en uitzicht. Deze factoren kunnen verband houden met de hoogte van de verdiepingsvloer, maar dit hoeft geenszins het geval te zijn. Uit de door X overgelegde grafieken volgt weliswaar dat voor het merendeel van de tien door partijen aangedragen vergelijkingsobjecten geldt dat de waarde per m² hoger is naarmate de verdiepingsvloer hoger is, maar daarmee staat nog geenszins vast dat er een causaal verband bestaat tussen de waarde en de hoogte van de verdiepingsvloer, nog daargelaten dat het volgens het hof niet mogelijk is om op basis van slechts een tiental transacties een statistisch verantwoorde conclusie te trekken dat de woning € 229.000 waard zou zijn. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17