X bv exploiteert een horecagelegenheid. In geschil is of het verlaagde btw-tarief van toepassing is op de alcoholhoudende drank die X bv bij lunches en diners serveert. Volgens de inspecteur is namelijk het algemene tarief van toepassing. X bv voert aan dat er bij restaurantdiensten sprake is van één dienst voor de btw-heffing, waarbij het verstrekken van voedingsmiddelen voorop staat en het verstrekken van drank daarin opgaat. Rechtbank Zeeland-West-Brabant is het eens met de inspecteur dat op de door X bv verstrekte alcoholhoudende dranken het tarief van 21% van toepassing is.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de Btw-richtlijn uitdrukkelijk toestaat dat bij één restaurantdienst twee verschillende tarieven gehanteerd mogen worden. Hierbij mag de levering van alcoholhoudende drank volgens het hof van het verlaagde tarief worden uitgesloten. Verder merkt het hof nog op dat de regeling in de Nederlandse wet in overeenstemming is met hetgeen krachtens de Btw-richtlijn is geoorloofd, ook al is deze iets anders geformuleerd. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 9
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 19 januari