X is eigenaar van een vrijstaand landhuis uit 1985 met kelder en vrijstaande hobbyruimte/atelier. De heffingsambtenaar van de gemeente Stichtse Vecht stelt de WOZ-waarde 2009 van het landhuis vast op € 1.100.000 rekening houdend met een aftrekpost van € 306.982 wegens bodemverontreiniging.
Hof Arnhem oordeelt dat de gemeente de WOZ-waarde van € 1.100.000 niet aannemelijk heeft gemaakt, maar ziet vervolgens geen aanleiding tot verlaging van de waarde. Het hof overweegt dat de matrix van de gemeente niet het nodige inzicht biedt in de wijze waarop alle daarvoor in aanmerking komende gegevens, met name die van de gehanteerde vergelijkingswoningen, met elkaar zijn vergeleken en hebben geresulteerd in een waarde van € 1.100.000. De taxateur heeft ter zitting dat inzicht evenmin verschaft. Verder kan de heffingsambtenaar niet verklaren waarom hij in het verweerschrift uitgaat van een hogere waardedrukking van de vervuiling (30%) dan in de matrix. Verder heeft de gemeente ten onrechte een perceel water tot de onroerende zaak van X gerekend. Nu aan dit perceel geen waarde is toegekend, heeft dit verder geen gevolgen. Gelet op het voorgaande is de gemeente niet geslaagd in de op haar rustende bewijslast. Mede gelet op de eigen vraagprijs van € 2,4 miljoen in 2004 (voordat de bodemverontreiniging bekend werd) ziet het hof echter geen aanleiding tot verlaging van de WOZ-waarde. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond, vernietigt de rechtbankuitspraak en vernietigt de uitspraak op bezwaar onder instandlating van de rechtsgevolgen. Het hof herziet de WOZ-beschikking in verband met de correctie van de objectafbakening.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem