Belanghebbende, X, is eigenaar van een tussenwoning die bestaat uit een kelder, een begane grond, twee verdiepingen en een vliering. Rechtbank Amsterdam verlaagt in beroep de WOZ-waarde 2008 van € 1.152.000 naar € 1.075.000. De heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam is het hiermee niet eens en stelt hoger beroep in.
Hof Amsterdam oordeelt in afwijking van de rechtbank dat de gemeente aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde van de woning van X niet te hoog is vastgesteld. Het hof ziet geen reden voor verlaging van de WOZ-waarde vanwege de geluidsoverlast die X ervaart van de buurwoning. Hierbij neemt het hof in aanmerking dat de woningen in de directe omgeving zijn gebouwd in de jaren '20 en '30 van de vorige eeuw en dat er toen geen isolatiematerialen werden gebruikt. Tijdens bezichtigingen van de gemeentelijke taxateur hebben de bewoners van de relevante woningen ook erkend dat de woningen gehorig zijn. Het is niet aannemelijk geworden dat de woning van X te kampen heeft met extra geluidsoverlast door de wijze waarop de buurwoning is gebouwd. Het hof schuift het door X ingebrachte taxatierapport terzijde omdat de daarin getaxeerde waarde van € 1.125.000 wordt berekend aan de hand van slechts één referentiewoning. Het hof verklaart het hoger beroep van de heffingsambtenaar gegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Amsterdam