Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aluminium cup noodzakelijk is voor een goed en veilig gebruik van het waxinelichtje. De cup valt daarom onder de uitzondering van art. 80 onderdeel a sub 1 Wbm. 

X bv produceert en verkoopt waxinelichtjes. Een waxinelichtje bestaat uit een cup van aluminium, een lontje, een stalen pithouder die ervoor zorgt dat het lontje niet gaat drijven en paraffine. X bv maakt twee varianten. Bij een afgevuld waxinelichtje wordt de cup met verwarmde paraffine gevuld en zijn de cup, pithouder en paraffine na kristallisatie van de paraffine onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bij een geperst waxinelichtje zitten de geperste paraffineblokjes met de pithouder en het lontje los in de cup. Volgens de inspecteur zijn de cup en de pithouder verpakkingen. In geschil is of terecht naheffingsaanslagen verpakkingenbelasting, alsmede boetes aan X bv zijn opgelegd. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de cup noodzakelijk is voor een goed en veilig gebruik van het waxinelichtje. De cup zorgt er namelijk voor dat het opbranden van de paraffine enigszins gecontroleerd geschiedt, dat de paraffine niet wegloopt en dat de hitte daarvan wordt beperkt. De cup is nodig om samen met de overige elementen van het waxinelichtje te worden gebruikt. De cup valt daarom onder de uitzondering van art. 80 onderdeel a sub 1 Wbm. De pithouder voldoet voorts niet aan de wettelijke omschrijving van verpakking. De pithouder houdt slechts het lontje op zijn plaats. Het maakt niet uit dat de pithouder na gebruik overblijft. Het enkele feit dat sprake is van afval, maakt niet dat dit een verpakking is. De aanslagen en boetes worden vernietigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet belastingen op milieugrondslag 80

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Milieuheffingen

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 29 juni

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen